Tijdens de raadsvergadering van 10 november 2025 diende VVD-fractievoorzitter Lisette Sandifort de motie ‘Campagne straatintimidatie‘ in. De motie, medeondertekend door Zó! Zoetermeer, PVV, PDvZ, D66 en het CDA, riep het college op om een nieuwe onlinecampagne te ontwikkelen die jongeren bewust moest maken van de gevolgen van straatintimidatie én moest bijdragen aan de weerbaarheid van inwoners die zich onveilig voelden in de openbare ruimte. Volgens Sandifort was het nodig om het onderwerp opnieuw stevig op de agenda te zetten. ‘Nog steeds horen we verhalen van vrouwen en jongeren die zich onveilig voelen in onze stad, vooral in de avonduren of op plekken met weinig verlichting. Dat moeten we niet accepteren’, zei ze: ‘Iedereen moet zich vrij kunnen voelen om zich in Zoetermeer te verplaatsen, zonder angst, zonder grensoverschrijdend gedrag’. Deze motie kreeg maar liefst 37 van de 38 stemmen, met allen de fractie van de FvD tegen.
De motie bouwt voort op eerdere initiatieven van de gemeente om straatintimidatie aan te pakken, maar vroeg nadrukkelijk om een eigentijdse, digitale benadering gericht op jongeren tussen de 12 en 25 jaar. In veel grote steden, zoals Rotterdam en Den Haag, waren vergelijkbare campagnes al succesvol gebleken. Rotterdam voert bijvoorbeeld met ‘Wees een Baas’ en ‘Wat zie je?’ campagnes waarin op een directe en herkenbare manier wordt uitgelegd dat sissen, naroepen of achternalopen geen complimenten zijn, maar vormt van seksuele intimidatie die strafbaar zijn.
Sandifort benadrukte dat het bij dit thema niet alleen om het strafbare gedrag ging, maar ook om bewustwording, preventie en eigen regie. ‘Het gaat niet alleen om het aanspreken van de daderzijde, maar ook om het versterken van het zelfvertrouwen van vrouwen en jongeren. Door bewustwording te vergroten en praktische handvatten te bieden, kunnen we het veiligheidsgevoel van onze inwoners écht versterken’.
In de motie wordt voorgesteld om de campagne tweeledig op te zetten. Enerzijds moet duidelijk worden gemaakt dat straatintimidatie onacceptabel en strafbaar is en dat melding doen belangrijk is. Anderzijds moet de campagne jongeren ook leren hoe ze zichzelf en elkaar kunnen helpen om situaties te voorkomen of beter te hanteren, bijvoorbeeld door samen naar huis te fietsen, locaties te delen of te letten op donkere plekken in de stad.
Een belangrijk onderdeel van de motie was de samenwerking met lokale partners. De Zoetermeerse VVD wil dat de gemeente hierbij nadrukkelijk de verbinding zou zoeken met scholen, jongerenorganisaties, politie en buurtpreventie. ‘Juist door met jongeren zélf te praten, door hun ideeën te gebruiken en hun taal te spreken, kunnen we een campagne maken die echt effect heeft’, aldus Sandifort: ‘Dat betekent korte filmpjes, herkenbare beelden, social media, en misschien zelfs jonge stadsambassadeurs die het gesprek op gang brengen’.
De campagne moet bovendien een lokale dimensie krijgen: aandacht voor specifieke plekken in Zoetermeer waar inwoners zich onveilig voelen. Door daar zichtbaar te zijn, signalen te verzamelen en bewoners te betrekken, kan de aanpak concreet en meetbaar worden.
De VVD stelde voor om de campagne te financieren uit het zogenoemde ‘potje van de raad’, met een maximum van € 15.000. Het college werd gevraagd om voor het begrotingsdebat van 2026 een rapportage te presenteren over de uitvoering, het bereik en de eerste effecten.
Met de motie wilde de Zoetermeerse VVD een duidelijk signaal afgeven: straatintimidatie hoort nergens thuis, ook niet in Zoetermeer. Sandifort: ‘Vrijheid in onze stad betekent dat je je veilig kunt voelen, altijd en overal. Dat begint bij bewustwording, maar eindigt pas als intimidatie niet langer wordt weggekeken, maar wordt tegengesproken. Daar staan we als VVD voor’.
