Op 29 december stond het raadsvoorstel Vervolg bezoekersregeling Stadshart op de agenda van de Zoetermeerse gemeenteraad. In december 2019 is de nota Parkeerbeleid aangenomen in de raad. Een onderdeel daarvan was dat de periode waarin betaald moet worden voor het parkeren op de openbare weg tot 23.00 uur verlengd is. Per amendement is toen besloten om ook een bezoekersregeling in het leven te roepen. Er is vervolgens een tijdelijke regeling ingesteld, deze loopt tot 1 januari 2023. Deze regeling is de afgelopen periode geëvalueerd, inclusief de bezoekersregeling. Het raadsvoorstel behelst handhaving van de huidige regeling hetgeen ook de voorkeur van de gebruikers is. VVD-raadslid Jeffrey van Gils gaf namens de fractie aan in te kunnen stemmen met de regeling maar plaatste ook nog enkele kritische kanttekeningen. ‘Ik heb de wethouder opgeroepen echt goed te gaan kijken naar de kosten die we hier en elders in het parkeerbeleid maken, € 20 betalen voor een volledig geautomatiseerde handeling is namelijk eigenlijk niet uit te leggen. Ik heb dan ook opgeroepen daar eens met een kritische blik doorheen te gaan’.
Ook gaf hij het college in overweging te bezien of uitvoeringsorganisatie P1 nog wel tegen een competitieve prijs aan de behoefte van de stad voldoet. De VVD heeft gevraagd dit bij de evaluatie van het parkeerbeleid ook mee te nemen. De VVD diende een amendement van coalitiegenoot Zó! Zoetermeer mede in over eerlijker tarieven bij de bezoekersregeling. Iedereen die in de binnenstad parkeert kan een dagkaart kopen tegen een tarief van € 11,57. Dat betekent, bij een uurtarief van € 2,50, dat voor 4 uur en 39 minuten betaald wordt. Ook als men 10 uur parkeert. De gebruikers van deze regeling zijn echter voor elk uur parkeren een uur kwijt. Als er 10 uur wordt geparkeerd dan is men 10 uur kwijt. Dat vinden de indieners van het amendement onrechtvaardig. Dit amendement werd door de raad aangenomen.
Over het amendement van Groenlinks om over 2 jaar een evaluatie te doen van de bezoekersregeling in het Stadshart, waarbij de leefbaarheid zoals woningbouw, groen, luchtkwaliteit, in de binnenstad expliciet wordt meegenomen, was Jeffrey van Gils duidelijk: ‘Leefbaarheid meenemen past in evaluaties van het parkeerbeleid en is de vorige keer ook mede reden geweest tot wijziging daarvan. Het lijkt ons niet zinvol om los te gaan evalueren wat de impact van de bezoekersregeling daarop is, breder lijkt het ons overigens überhaupt niet zinvol om de bezoekersregeling los te zien van het parkeerbeleid. Dus ook vooral een oproep dit voortaan als onderdeel van het parkeerbeleid op te nemen en deze samen te actualiseren’. Dit amendement kreeg niet voldoende steun van de raad.