De raad heeft de afgelopen tijd verschillende memo’s ontvangen van het college waarin (eerste) prognoses voor de kosten jeugdhulp worden geschetst voor het jaar 2024. De voorspelde groei in de jeugdzorg en de extra kosten die dat met zich meebrengen, leggen een aanzienlijke druk op de begroting (voor 2024 wordt rekening gehouden met een kostenoverschrijding van ongeveer € 7 miljoen!) en vragen om een zorgvuldig en weloverwogen aanpak. De Zoetermeerse VVD was daarom één van de indieners voor het agenderingsverzoek om met het college in debat te gaan om een zo diepgaand mogelijk inzicht te krijgen in de factoren die bijdragen aan de kostenontwikkeling in de (specialistische) jeugdzorg, evenals mogelijk noodzakelijke (aanvullende) strategieën om deze uitdagingen effectief aan te pakken. ‘Het is eigenlijk geen verassing meer als de raad door het college zo ongeveer halverwege het begrotingsjaar wordt geïnformeerd over een tekort op de jeugdzorg’, aldus VVD-raadslid en woordvoerder op de portefeuille jeugdzorg Rob Duiven: ‘Duidelijk is dat het college nog niet voldoende grip heeft op de jeugdzorg in Zoetermeer en de kosten die daarmee gepaard gaan’.
Rob Duiven: ‘Vorige jaar heeft de VVD de steun uitgesproken voor de door het college ingeslagen weg om weer grip te krijgen op de jeugdzorg en daarmee de ogenschijnlijk niet te beteugelen stijging van de kosten een halt toe te roepen. De VVD zag en ziet met name perspectief in het Verbeterplan toegang tot jeugdzorg, dat naar de overtuiging van de VVD potentieel zoden aan de dijk gaat zetten. Dit plan sluit ook goed aan op de landelijke Hervormingsagenda jeugd 2023-2028 waarin wordt ingezet op het normaliseren en versterken van het gewone leven en het ouderschap, alleen interventies die aantoonbaar effectief zijn, sturing op de trajectduur en een heldere afbakening van de reikwijde van de jeugdhulp’.
De voortgang in de uitwerking van die hervormingsagenda laat echter wat de Zoetermeerse VVD betreft nog te wensen over. De VVD gaat er vanuit dat het college zich daardoor niet laat afschrikken en zich, nadrukkelijk ook in regionaal verband, hard blijft maken voor een effectieve casusregie. ‘Na het inzetten van een nieuwe aanpak blijft het altijd spannend of die aanpak effectief blijkt’, aldus Rob Duiven in zijn bijdrage aan het debat in de commissie Samenleving: ‘De eerste indicaties laten nog niet een voldoende helder beeld zien op basis waarvan conclusies kunnen en mogen worden getrokken. Wel is het zaak dat de ingezette koers wordt vastgehouden. Het terugwinnen van de grip op de jeugdzorg is een marathon en geen korte sprint’.
Namens het college beaamde wethouder Van der Meer deze opvatting, met dien verstande dat het college vanwege de tekorten tijdens de marathon wel een sprint gaat inzetten om de geprognosticeerde tekorten alsnog te voorkomen of in ieder geval zo klein mogelijk te houden. Nog voor het zomerreces zal de raad voorstellen ontvangen voor deze ‘sprint’ waarover de raad zich na het reces over kan uitspreken.