VVD akkoord met interne inbedding buurtteams jeugdzorg met kanttekening over financiering

Screenshot

De Zoetermeerse VVD vindt dat ouders verantwoordelijk zijn voor het gezond opgroeien van hun kinderen. Wij helpen daarbij, door een stad te bieden waarin kinderen op een veilige en prettige manier kunnen opgroeien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Wanneer opgroeien niet gemakkelijk gaat en er echt jeugdzorg nodig is, moet hulp beschikbaar zijn. Dat doen we het liefst zo dicht mogelijk bij huis, zodat onze jeugd zo normaal mogelijk kan opgroeien. Hierbij letten we goed op dat we niet onnodig etiketten plakken: niet iedereen die uniek is, heeft daar hulp bij nodig. Normaliseren noemen we dat. Nog niet alles in de jeugdzorg verloopt even goed. Er zijn flinke wachtlijsten voor hulp en dat moet wat de VVD betreft zo snel mogelijk worden opgelost. 

De gemeenteraad heeft daartoe het raadsvoorstel Project Hervorming Specialistische Jeugdhulp vorig jaar oktober vastgesteld. Met de vaststelling van dit raadsvoorstel heeft de raad besloten om toegang tot jeugdhulp in te richten met lokale (buurt)teams. De raad heeft ook besloten om het college de opdracht te geven uit te zoeken welke organisatievorm van de lokale (buurt)teams het beste bij Zoetermeer past. Op maandag 3 februari 2024 behandelde de raad in de commissie Samenleving het raadsvoorstel met de uitkomsten van dit onderzoek, het raadsvoorstel Organisatievorm lokale (buurt)teams. Voor de VVD-fractie naam VVD-raadslid en portefeuillehouder jeugdzorg Rob Duiven deel aan het debat: ‘De raad wordt gevraagd een keuze te maken of de lokale buurtteams intern of extern gepositioneerd moeten worden. In de toelichting worden met name de argumenten voor en tegen opgesomd voor inbedding in de gemeentelijke organisatie. De Zoetermeeerse VVD volgt die afweging en onderschrijft de relatieve voordelen voor een interne inbedding, hoewel de bureaucratische stroperigheid van interne reorganisaties niet onderschat moet worden’.

Steun dus voor het raadsvoorstel, maar wel met enkele kanttekeningen. ‘De raad wordt gevraagd een keuze op de hoofdrichting te maken, zonder daar de financiële consequenties van te kennen’, aldus Rob Duiven in de commissie: ‘Die consequenties worden pas in de volgende uitwerkingsfase in beeld gebracht. Waarom is niet, ook was het maar ‘in orde van grootte’ dit nu reeds zichtbaar gemaakt waardoor de raad dit wel kan afwegen?’, was zijn vraag aan het college: ‘Geruststellend lijkt de zinsnede in de toelichting op het raadsvoorstel: ‘Uitgangspunt is vooralsnog dat de structurele kosten voor lokale (buurt)teams niet hoger zijn dan de huidige kosten’. Om de strekking van deze passage goed te doorgronden, zou het woord ‘vooralsnog’ hier weggelaten ook kunnen worden? Het financiële kader wordt hiermee wel scherper omlijnd.’.

Voor het college antwoordde wethouder Van der Meer dat voor een adequaat inzicht in de financiële consequenties nog geen goed zicht is op alle daarvoor relevante factoren. het streven is er op gericht om de kosten niet te laten stijgen. ‘Een uitdaging zullen daarbij mogelijk de beheersing van de personele kosten zijn’, zo hield Rob Duiven de wethouder voor: ‘Op diverse plekken in de toelichting op het raadsvoorstel wordt gesproken over taakverbreding en -verzwaring van de werkzaamheden van de medewerkers. Dergelijke reorganisaties leiden vaak onafwendbaar tot hogere personeelskosten’.

Het raadsvoorstel gaat als hamerstuk naar de gemeenteraadsvergadering op 17 februari 2024

Total
0
Shares
Related Posts