De Zoetermeerse VVD maakt zich zorgen over de hardnekkig lage vaccinatiegraad onder kinderen in de stad. Raadslid Rob Duiven heeft hierover op 19 juni schriftelijke vragen gesteld aan het college. Onverlet eerdere toezeggingen van het stadsbestuur om de dalende trend aan te pakken, blijft het volgens recente cijfers van het RIVM behelpen: in meerdere wijken wordt de noodzakelijke vaccinatiegraad van 95% nog altijd niet gehaald. Vooral bij herhalingsvaccinaties rond de leeftijd van 9 à 10 jaar zakt het percentage onder de kritieke ondergrens.‘De volksgezondheid mag niet afhangen van goede bedoelingen alleen’, stelt Duiven: ‘Er is nu behoefte aan concrete, zichtbare actie. Anders blijft het dweilen met de kraan open’.
Vaccinaties zijn al decennia een bewezen en effectief middel om ernstige infectieziekten te voorkomen. Om groepsbescherming te bereiken tegen besmettelijke ziekten als mazelen, is een vaccinatiegraad van ten minste 95% noodzakelijk. In Zoetermeer ligt die graad in sommige wijken echter structureel (ver) daaronder. ‘En dat is zorgwekkend’, zegt Duiven: ‘Want als de vaccinatiegraad onvoldoende is, kunnen ziekten zich opnieuw verspreiden, ook onder kinderen die om medische redenen niet gevaccineerd mogen worden’.
De VVD-fractie wijst op de risico’s van uitbraken: ziekenhuisopnames, langdurige complicaties en onnodig lijden. Ook wijst Duiven op de bredere maatschappelijke gevolgen: ‘Dalende vaccinatiebereidheid ondermijnt het vertrouwen in onze publieke gezondheidszorg en legt extra druk op de lokale zorgketen. We kunnen het ons niet veroorloven om dit probleem te negeren’.
In april 2024 stelde de fractie van D66 al vragen over dit thema. Het college erkende toen dat er sprake was van een verontrustende ontwikkeling en gaf aan dat men maatregelen ‘serieus in overweging’ nam. Rob Duiven wil nu weten wat daarvan in de praktijk is terechtgekomen. ‘Het is prima dat het college de zorgen deelt, maar de vraag is: wat is er sinds die tijd daadwerkelijk gebeurd? Zijn er extra vaccinatiemomenten geweest? Is de communicatie versterkt? Worden scholen, kinderopvanglocaties en consultatiebureaus betrokken bij de aanpak?‘.
Ook wil de VVD weten welke wijken op basis van postcodegegevens als prioritair zijn aangemerkt en welke acties daar concreet zijn uitgezet. Duiven benadrukt dat wijkgericht beleid essentieel is. ‘Vaccinatiebereidheid is geen abstract gegeven, het verschilt sterk per buurt, per achtergrond. Alleen met maatwerk kunnen we écht verschil maken’.
Een belangrijk punt in de vragen betreft de rol van sleutelfiguren en maatschappelijke organisaties. Volgens de VVD is het cruciaal dat de gemeente samenwerkt met mensen die in de wijken vertrouwen genieten. Denk aan migrantenorganisaties, geloofsgemeenschappen, sportverenigingen en vrijwilligersinitiatieven. ‘Wantrouwen verdwijnt niet met een folder. Het vraagt om mensen van vlees en bloed, mensen uit de gemeenschap zelf die kunnen uitleggen, misverstanden kunnen wegnemen, en het gesprek aangaan op basis van herkenning en wederzijds respect‘.
Duiven vervolgt: ‘Laten we daarbij niet vergeten dat desinformatie over vaccinaties nog steeds hardnekkig circuleert, vooral online. Dat moeten we niet onderschatten. Juist daarom is het inzetten van vertrouwde gezichten uit de wijk zo belangrijk’.
Tot slot wijst de VVD erop dat deze problematiek verder gaat dan Zoetermeer alleen. Duiven roept het college op om binnen de VNG en richting het Rijk actief de stem van de praktijk te laten horen. ‘De gemeente heeft een belangrijke taak, maar kan dit niet alleen. We moeten bij het Rijk aandringen op structurele ondersteuning, bijvoorbeeld via extra middelen, betere gegevensdeling en heldere landelijke campagnes’.