Mensen die door oorlogen en geweld in hun eigen regio op de vlucht zijn geslagen hebben recht op asiel, op een tijdelijke veilige opvang. Die opvang en inburgering moeten dan wel op orde zijn, ook in Zoetermeer, vindt de Zoetermeerse VVD. Er is echter een onverminderd gestaag stijgende stroom van statushouders voor wie, naast autochtone Nederlanders, in Zoetermeer geschikte huisvesting gevonden moet worden. VVD-raadslid en portefeuillehouder asiel en vluchtelingen, Rob Duiven: ‘De Zoetermeerse VVD heeft al diverse maken aan de bel getrokken om deze stroom effectief op te vangen, met name door het bieden van sobere, tijdelijke huisvesting, zodat de huisvesting van inwoners niet verder onder druk komt te staan. Daarbovenop is de druk op het vinden van tijdelijke huisvesting door de grote stroom van mensen die de door de militaire invasie van Oekraïne door Rusland naar West-Europa zijn gevlucht, nog verder toegenomen’. In de brief van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer van 29 maart 2022 kondigt deze aan dat het COA de komende extra vergunninghouders zal gaan plaatsen. Reden voor de Zoetermeerse VVD om daarover schriftelijke vragen aan het college te stellen.
Het COA geeft daarbij aan dat het tussen de nul en twintig vergunninghouders per gemeente gaat die in hotels of accommodaties zullen worden ondergebracht. Het aantal vergunninghouders dat per gemeente zal worden ondergebracht, houdt rekening met de grootte van de gemeente en met de realisatie van de taakstelling vergunninghouders door de gemeente. Rob Duiven: ‘Ik wil van het college weten of dit ook voor Zoetermeer het geval is en of daar ook extra kosten voor gemaakt moeten worden’.
Op 2 november 2022 en 1 januari 2021 heeft de Zoetermeerse VVD vragen gesteld over de toen verwachte ‘enorme opgave’ in de huisvesting van statushouders. Het college verwachtte toen dat de corporaties de toename van de taakstelling in het eerste half jaar van 2021 niet volledig zouden kunnen opvangen. Het college ging inzetten op (regionale) samenwerking en zag dus ook een rol voor het rijk en provincie om met oplossingen te komen. De portefeuillehouder ging hiertoe samen met de Bestuurlijke Tafel een signaal geven aan deze partijen. De verwachting was niettemin dat de taakstelling in het eerste half jaar van 2021 niet zou worden gehaald. ‘Wat is in 2021 ten opzichte van de totale taakstelling voor dat jaar, gerealiseerd in de huisvesting van statushouders en wat is op dit moment de verwachte taakstelling voor 2022 en de realistische prognose met betrekking tot de verwachte realisatie van die taakstelling?’, zo wil Rob Duiven weten: ‘En wat zijn de uitkomsten van de beoogde (regionale) samenwerking en wat zijn de concrete bijdragen van het rijk en de provincie geweest in het vinden van oplossingen?’.
Op dit moment is de woningnood in Zoetermeer hoog. De Zoetermeerse VVD is voorstander dat voor de onderbrenging van zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van tijdelijke huisvesting. De minister van BZK heeft in 2021 middelen in het vooruitzicht gesteld voor de huisvesting van kwetsbare groepen, onder meer voor voorbeeldprojecten die voorzien in de flexibele huisvesting van vergunninghouders en andere doelgroepen. Het college heeft op de eerdergenoemde vragen van de Zoetermeerse VVD aangegeven, dat het alle bronnen onderzoekt van externe financiering voor projecten met flexwonen. Een aanvraag voor de middelen van de minister van BZK behoorde tot de mogelijkheden, hoewel het nog onduidelijk was onder welke voorwaarden deze zou worden verstrekt. ‘Ik wil weten of het college de mening van de Zoetermeerse VVD deelt dat voor de onderbrenging van statushouders bij voorkeur en zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van tijdelijke huisvesting en heeft de eventuele extra taakstelling in de onderbrenging van statushouders nog tot extra risico’s voor de in- en uitvoering van de Wet inburgering2021?’, aldus Rob Duiven.