Maatschappelijk ongenoegen, onvrede en boosheid zijn in de hedendaagse politiek krachtige instrumenten geworden, niet alleen op nationaal niveau maar helaas ook in de lokale politiek. Burgers uitten via sociale media steeds vaker frustraties over beleidskeuzes, economische ongelijkheid en sociale problematiek. Dit biedt politici de mogelijkheid om deze gevoelens te benutten, aan te wakkeren en als âpolitiek verdienmodelâ in te zetten voor hun eigen agenda, polarisatie en populisme.
Maatschappelijk ongenoegen kan ontstaan uit tal van oorzaken. Lokale kwesties zoals een tekort aan betaalbare woningen, verkeersproblemen, veranderingen in ruimtelijke ordening of bezuinigingen op publieke voorzieningen kunnen leiden tot ontevredenheid onder burgers. En geen misverstand daarover: inwoners mogen ontevreden zijn, dat is hun goed recht. Bovendien is ontevredenheid is een essentiële motor is van democratische verandering. Democratische systemen functioneren doordat burgers kritiek kunnen en mogen uiten en verandering kunnen eisen. Zonder ontevredenheid zou er geen prikkel zijn om misstanden aan te pakken.
Zoals gezegd spelen sociale media spelen een grote rol in het versterken en verspreiden van ontevredenheid. Maar een klein lokaal probleem kan dankzij online platforms snel uitgroeien tot een breed gedragen maatschappelijke beweging. Politici kunnen -of beter gezegd: moeten- hiervan gebruik maken om opvattingen, behoeften en emoties in de samenleving beter âte lezenâ en naar gelang de eigen politieke signatuur te duiden en daarop te acteren. Luisteren is -hoe lastig voor politici- nog steeds een essentiĂ«le eigenschap om geloofwaardig te kunnen zeggen âmidden in de maatschappijâ te staan en âde stem van het volkâ te horen.
Politici en politieke partijen maken ook strategisch gebruik van maatschappelijk ongenoegen om kiezers te versterken of zelfs aan te wakkeren en hun politieke invloed te vergroten. Maar zijn er grenzen aan dat mobiliseren van ongenoegen, onvrede en boosheid door politici? Wanneer (ver-)wordt het goed willen âvertolkenâ van een maatschappelijk sentiment tot het âoproepenâ ervan? Wanneer slaat het om?
Het verschil tussen het vertolken en oproepen van maatschappelijk sentiment zit naar mijn mening in de intentie en de manier waarop het sentiment wordt gebruikt. Dit onderscheid â hoe dun ook- is belangrijk omdat het gevolgen heeft voor de politieke dynamiek, maatschappelijke stabiliteit en het vertrouwen in instituties.
De grens tussen vertolken en oproepen ligt naar mijn mening vaak in de volgende twee kernfactoren. In de eerste plaats als de emotie het wint van de feiten. Kortom, als onderbuikgevoelens, het vereffenen van vermeende onrechtvaardigheid, anekdotisch bewijs en framing zonder solide onderbouwing, de basis van het debat vormen in plaats van feiten, data en een realistische inschatting of analyse van het probleem. In tweede plaats als sprake is van probleemcreatie in plaats van probleemherkenning. Kortom, als de focus op het oplossen van problemen ondergeschikt raakt aan het (structureel) creëren, mobiliseren of versterken daarvan.
En is dit erg? Het oproepen en aanwakkeren van maatschappelijk sentiment kan op korte termijn weliswaar politieke winst opleveren, maar heeft vaak ook negatieve lange-termijngevolgen. De samenleving raakt meer verdeeld en groepen komen tegenover elkaar te staan. Extreme standpunten krijgen meer aandacht en acceptatie. Het vertrouwen in de politiek brokkelt af. Dit kan leiden tot instabiliteit en langdurige maatschappelijke onrust die het functioneren van democratische instituties kan ondermijnen, zoals nu in de Verenigde Staten onder Trump dreigt te gebeuren.
Feitenvrije politiek en het oproepen en aanwakkeren van maatschappelijk sentiment zin een bedreiging voor de democratie en moeten actief worden bestreden. Dit is âfirst and foremostâ een taak voor de politiek en politici zelf. Door het eerlijk durven benoemen van echte problemen en oplossingen daarvoor en het bieden van hoop en perspectief. Maar ook door het durven benoemen overdrijving of uitvergroting, zondebok-denken of emotionele mobilisatie zonder oplossingen. Want per slot van rekening âDemocracy requires dissatisfaction, but also hope. Without hope, dissatisfaction is just destructionâ, aldus de Indiase econoom en filosoof, Amartya Sen.
Deze column geeft de mening van Rob Duiven weer en niet het standpunt van de (fractie van de) Zoetermeerse VVD.