In de commissie Samenleving van maandag 19 mei 2025 is de Uitvoeringsagenda Cultuurvisie 2025–2030 besproken. Hoewel de VVD het belang van kunst en cultuur erkent, pleit de fractie nadrukkelijk voor een zorgvuldige en doelgerichte inzet van publieke middelen. VVD-raadslid Rob Duiven verwoordde het scherp: ‘Kunst en cultuur zijn onmisbaar voor een vrije, tolerante samenleving waarin mensen zich kunnen ontplooien. Maar juist om deze waarden te beschermen, is het belangrijk dat culturele instellingen waar mogelijk leunen op hun eigen kracht’. Het college van burgemeester en wethouders vraagt met dit voorstel extra financiële ruimte om vanaf 2026 uitvoering te kunnen blijven geven aan de eerder vastgestelde Cultuurvisie. De gemeente wil via zeven actielijnen, waaronder netwerkvorming, wijkgericht werken, en ruimte voor nieuwe makers, een breed en toekomstgericht cultureel klimaat realiseren.
De dekking voor 2026 bestaat uit €150.000,- uit Programma 4 Vrije Tijd en een extra beroep van €177.500,- op het begrotingssaldo. Over financiering na 2026 wordt pas bij de Perspectiefnota 2027 besloten. De VVD waardeert de inzet, maar benadrukt het belang van transparantie, resultaatgerichtheid en financiële zelfredzaamheid van culturele instellingen. Duiven: ‘Cultuursubsidies horen tijdelijk en stimulerend te zijn, met oog voor samenwerking en maatschappelijke meerwaarde. Alleen dan bouwen we aan een sterke, vrije en toekomstbestendige cultuursector in Zoetermeer’.
Een punt van zorg voor de VVD is het ontbreken van duidelijke doelstellingen bij een aantal acties uit de uitvoeringsagenda. ‘Zonder inzicht in de effecten kunnen we als raad onze controlerende taak niet goed uitvoeren’, aldus Duiven. Hij vroeg daarom een toezegging van het college om bij een volgende bijstelling van de agenda de beoogde resultaten per actie helder in beeld te brengen. Wethouder Blansjaar zegde dit toe.
De VVD wees erop dat de eerdere evaluatie van de uitvoeringsagenda laat zien dat de samenwerking tussen culturele instellingen en het bedrijfsleven nog tekortschiet. Convenanten en platforms zijn waardevolle initiatieven, maar onvoldoende als er geen gedeelde doelen en concreet eigenaarschap zijn.
De VVD staat positief tegenover culturele subsidies, mits die als katalysator worden ingezet om zelfstandigheid te stimuleren. Duiven riep het college op om deze functie structureel op te nemen in de subsidiekaders. ‘Subsidies kunnen waardevol zijn, mits tijdelijk en doelgericht. Ze mogen niet leiden tot langdurige afhankelijkheid van gemeentelijke middelen’, stelde hij. Het college onderschreef deze oproep maar stelde dat in diverse subsidieregelingen al reeds langs deze lijn wordt gewerkt.
Toen de fractie Zoetermeer Vooruit vroeg naar het standpunt van de VVD over het verlengen van eenjarige subsidies naar meerjarige regelingen, was Duiven genuanceerd. Hij erkende dat het kortcyclische karakter bij kleine culturele organisaties zorgt voor onrust en personeelsverloop.
‘Een langere doorlooptijd kan waardevol zijn’, zei hij: ‘maar we moeten oppassen dat we niet het ondernemerschap en de creativiteit uit de sector halen door een te comfortabele afhankelijkheid te creëren’.
De Zoetermeerse VVD ziet in de Uitvoeringsagenda een belangrijk instrument om cultuur in Zoetermeer te versterken. Maar daarbij horen duidelijke kaders, meetbare resultaten en een duidelijke grens aan financiële inzet. Duiven vat het samen: ‘We zijn vóór cultuur, maar tegen vrijblijvendheid. Alleen als we cultuurbeleid scherp en verantwoord vormgeven, blijft het waardevol, voor makers én voor Zoetermeerders’.
Het raadsvoorstel werd als hamerstuk geagendeerd voor de gemeenteraadsvergadering van 2 juni 2025.
