Tijdens de raadsvergadering van maandagavond 14 juli 2025 nam de gemeenteraad afscheid van VVD-commissielid Quinten de Gruijter. Na een periode van drie jaar actief te zijn geweest binnen de lokale politiek, heeft De Gruijter besloten zijn functie neer te leggen. In een persoonlijke afscheidsbrief gaf hij aan dat deze stap nodig is om zich volledig te kunnen richten op zijn masters-studie in Cambridge.
Quinten de Gruijter begon zijn politieke loopbaan op jonge leeftijd. Opgegroeid in de Zoetermeerse wijk Noordhove, raakte hij al tijdens zijn middelbare schooltijd geïnteresseerd in politiek. In 2022 stond hij als 18-jarige op plek 11 van de kandidatenlijst van de VVD voor de gemeenteraadsverkiezingen. Daarmee was hij een van de jongste kandidaten in de stad. Kort daarna werd hij commissielid en maakte hij deel uit van onder meer de commissies Stad en Samenleving, en de werkgroep Democratiseringsagenda.
Tijdens zijn periode als commissielid zette De Gruijter zich actief in voor onderwerpen als onderwijs, ruimtelijke ontwikkeling, duurzaamheid en jongerenparticipatie. Met een frisse en kritische blik wist hij thema’s op de agenda te zetten die vooral jongeren in de stad raken. Zijn betrokkenheid bij dossiers over wonen, stedelijke ontwikkeling en vergroening in de wijken werd binnen en buiten de raad opgemerkt.
In zijn afscheidsbrief spreekt De Gruijter zijn waardering uit voor de samenwerking met collega’s en benadrukt hij het belang van betrokkenheid bij de lokale politiek. ‘Je hoort direct wat er speelt in de stad en kunt daar iets mee doen’, aldus de jonge politicus. Hij laat weten de lokale ontwikkelingen in Zoetermeer te blijven volgen en sluit een terugkeer naar de lokale politiek in de toekomst niet uit.
Namens de raad sprak burgemeester Bezuijen zijn waardering uit voor de inzet van De Gruijter. Zijn jeugdige energie, betrokkenheid en bereidheid om op inhoud bij te dragen worden als waardevol herinnerd. Het vertrek van Quinten de Gruijter markeert het einde van een veelbelovende eerste politieke periode, en mogelijk slechts het begin van een langere loopbaan in het openbaar bestuur.