Lessen van het verleden

Op 1 juli werd in gemeente Zoetermeer Keti Koti gevierd, de herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname en op de Caribische eilanden in 1863. Met toespraken van onder anderen de gevolmachtigde minister van Curaçao, Carlson Manuel, en burgemeester Michel Bezuijen. Er klonk poëzie, er werden kransen gelegd bij het kunstwerk van het slavernijverleden in Palenstein en de voorzitter van het comité slavernijverleden, Varina Tjon A Ten, sprak over het belang van herdenken. Na het herdenken werd er gevierd: met muziek, dans en heerlijke hapjes. Een moment van verbinding en saamhorigheid.

Dat herdenken waardevol is, staat wat mij betreft buiten kijf. Het verleden verdient erkenning, vooral waar onrecht heeft plaatsgevonden. Maar in het verlengde van herdenken klinkt steeds vaker de roep om excuses, compensatie en zelfs herstelbetalingen voor wat nu als misdaden uit een ver verleden worden beschouwd. Deze oproep raakt aan een bredere discussie: ‘moeten wij, als huidige samenleving, (financiële) verantwoordelijkheid nemen voor historische daden van lang overleden mensen?’ Ik vind van niet.

Excuses hebben hun grootste zeggingskracht wanneer de dader persoonlijk tegenover het slachtoffer staat, maar in de moderne rechtspraktijk kan ook een staat of instelling namens de gemeenschap morele en politieke verantwoordelijkheid erkennen. Bijvoorbeeld om een hoofdstuk van systemisch onrecht af te sluiten of om vertrouwen te herstellen. Het risico bestaat dat zulke collectieve excuses verkeerd worden geïnterpreteerd als een collectieve erfelijke schuld van alle huidige burgers.

Vanuit liberale waarden bezien blijft individuele vrijheid en verantwoordelijkheid de norm, niet collectieve schuld of slachtofferschap op basis van afkomst of geschiedenis. Ieder mens is meer dan zijn herkomst. We beoordelen mensen op hun daden en keuzes in het heden, niet op het verleden van hun voorouders. Dat maakt samenleven mogelijk op basis van gelijkwaardigheid. Tegelijk herinnert de geschiedenis van het liberalisme eraan dat liberale denkers als John Stuart Mill pleitten voor maatregelen die achtergestelde groepen materieel vooruit moesten helpen. Binnen de liberale traditie bestaat dus ook ruimte om over vormen van compensatie te spreken, mits ze de autonomie van het individu versterken in plaats van ondermijnen.

Hardnekkig is de neiging in met name Westerse democratieën het verleden te bezien met de morele bril van nu. Deze neiging om het verleden te beoordelen met de morele maatstaven van vandaag vloeit vaak voort uit oprechte morele betrokkenheid, maar soms ook uit historische onwetendheid of selectief ideologisch gebruik van het verleden, of nog erger: beide. Het verleden verdient echter naam mijn mening begrip in zijn eigen context, niet veroordeling met de maatlat van nu. Want alleen wie het verleden begrijpt, kan er werkelijk van leren.

Nog problematischer vind ik het worden wanneer er gesproken wordt over compensatie of herstelbetalingen. Wie bepaalt wie daar recht op heeft? Waarom zouden mensen van nu financieel opdraaien voor fouten van mensen van eeuwen geleden? Voorstanders wijzen erop dat staten rechtsopvolgers zijn van eerdere staatsvormen en daarom aansprakelijkheid dragen, ongeacht individuele schuld. Critici vrezen een nieuw soort groepsindeling en vragen zich af of financiële regelingen het doel (herstel van vertrouwen en gelijke kansen) werkelijk dichterbij brengen.

Een samenleving die echt wil bouwen aan rechtvaardigheid kiest niet voor symbolische schuldbekentenissen over het verleden, maar kan wel degelijk zowel investeren in excuses én in structurele verbeteringen als onderwijs, economische kansen, gelijke toegang tot zorg en woningbouw. Niet door mensen vast te zetten in het etiket ‘dader’ of ‘slachtoffer’, maar door iedereen als zelfstandig individu te benaderen.

De viering van Keti Koti in Zoetermeer was een moment van verbinding en bovenal een moment van gedeeld besef van de belofte van echte vrijheid. Ik vind dat we die verbondenheid moeten koesteren door ons samen te richten op de toekomst. Niet door het verleden als morele maatstaf te gebruiken voor het heden, maar door recht te doen aan het liberale uitgangspunt dat ieder vrij mens telt én verantwoordelijk is voor zijn eigen daden, niet voor die van zijn voorouders. In de aan de schrijver en filosoof Thomas Paine toegeschreven woorden: ‘It is not justice to hold children accountable for the sins of their fathers’.

Deze column geeft de mening van Rob Duiven weer en niet het standpunt van de (fractie van de) Zoetermeerse VVD

Total
0
Shares
Related Posts