Op 27 december 2023 liet het college door middel van en memo aan de raad weten hoe ‘onacceptabel’ zij het vindt dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ervoor kiest het gebied Bleizo-West mee te nemen in een langjarig onderzoek, met als gevolg dat de ontwikkelingen naar woningbouw misschien zes jaar op slot gaat, tijdens de huidige ernstige woningnood. ‘De VVD is het volledig eens met het college’, aldus VVD-raadslid Jeffrey van Gils: ‘De maatregel van de provincie is ook volledig uit verhouding, en is moeilijk te verenigen met de urgentie en de druk — ook vanuit diezelfde provincie — om meer woningen te bouwen. Daarom verbaasde het de VVD dat het college nu, na mondelinge vragen over vervolgacties, een afwachtende houding lijkt aan te nemen. Voor een stadsbestuur dat zich de woningnood lijkt aan te trekken, en dat zich qua aantallen woningen forse doelen stelt, is een gebrek aan ambitie een zorgelijk signaal’.
De Zoetermeerse VVD en Zó! Zoetermeer hebben daarom gezamenlijk de volgende schriftelijke vragen gesteld:
- Het college vindt het ‘oneigenlijk’ dat GS Bleizo-West blijft betrekken in de
planMER-procedure. Op welke manier(en) heeft het college dit
overgebracht aan GS? Hoe hebben GS hierop gereageerd? We ontvangen
graag een overzicht van de formele (bestuurlijke & ambtelijke)
communicatie, en een verslag van de informele communicatie, inclusief
data, met name gericht op de argumenten en onderbouwing van beide
zijden. - Het college geeft in hetzelfde memo ook aan dat er ‘direct grote
(financiële) gevolgen’ zijn, voor de GR-en Bleizo en Hoefweg. Er worden
bedragen genoemd tussen de 6 en 12 miljoen gemeenschapsgeld.
a) Op welke manier(en) heeft het college de financiële gevolgen
bespreekbaar gemaakt met GS?
b) Op welke wijze heeft het college overlegd met de gemeente
Lansingerland over de enorme kosten, en welke acties ondernomen
kunnen worden om die kosten te verhalen? - Strikt genomen is het dispuut over wel of geen windmolens in dit gebied
tussen de provincie en de gemeente Lansingerland. Een van de
kernvragen daarin is of Lansingerland al dan niet voldoende heeft ingezet
op het zoeken (en vinden) van een geschikte locatie voor windmolens. De
gemeente Zoetermeer lijkt nu financieel slachtoffer te worden van dit
dispuut. Heeft het college overwogen de gemeente Lansingerland, dan wel
de provincie, dan wel beide, aansprakelijk te stellen voor de schade? Zo
ja, wat zijn de overwegingen om dat wel of niet te doen? Graag een
overzicht van plussen en minnen, met onderbouwing. - In het memo lezen we dat het college ‘vervolgstappen zal nemen die
gericht zijn op een snellere ontwikkeling van Bleizo-West’. Tijdens de
commissievergadering van 12 februari heeft het college aangegeven dat
deze vervolgstappen vooralsnog bestonden uit inzetten op bemiddeling.
Inmiddels begrijpen wij uit de pers dat verantwoordelijk gedeputeerde de
heer Potjer ‘geen meerwaarde’ in bemiddeling ziet. Uit mondelinge vragen
gesteld op 21 mei begrijpen wij dat het college vooralsnog geen
vervolgacties beoogt, met als argument dat ‘we de relatie op het spel
zouden kunnen zetten’. Hoe verhoudt zich dit gebrek aan actie met de
pittige conclusie van het college (in genoemde memo) dat ‘de gevolgen
zowel maatschappelijk, ruimtelijk als financieel dermate groot zijn dat
deze onacceptabel zijn voor het college’? - Is het college bereid om alsnog (juridische) vervolgacties te ondernemen,
teneinde bij te dragen aan de urgente opgaven zoals het woningtekort en
het vervoersknooppunt, op een manier die past bij de ambities van
Zoetermeer? Zo ja, wat zouden de mogelijke (juridische) vervolgstappen
kunnen zijn? Zo nee, waarom niet? Graag een onderbouwd antwoord. - Gelijktijdig met het conflict tussen Zoetermeer, Lansingerland en de
provincie Zuid-Holland, heeft deze provincie ook een conflict met de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de te
realiseren woningbouwopgaven. De minister geeft in zijn brief (d.d. 23
mei 20241) aan de provincie aan dat als de provincie de lijst met
zogenoemde 3 hectare locaties niet aanvult, hij een instructie (lees:
verplichting) zal geven om deze alsnog aan te vullen. Eerder heeft de
provincie zich verzet tegen de ambitie van Zoetermeer en Lansingerland
om de locatie Bleizo-West aan deze lijst met buitenstedelijke
woningbouwlocaties toe te voegen. Is het college op de hoogte van de
locaties die de minister per instructie wil toevoegen aan de lijst? Valt
Bleizo-West hieronder? Zo nee, welke acties heeft het college ondernomen
en/of gaat het college ondernemen om Bleizo-West alsnog toe te voegen
aan deze lijst? - In de context van het aanhoudende provinciale verzet tegen het bouwen
van 4000-6000 woningen ten faveure van een windmolen is het positief
dat de Tweede Kamer recent in het Hoofdlijnenakkoord 2024-2028 zich
nadrukkelijk uitspreekt over locaties zoals Bleizo-West, hierover stelt zij
“in nieuw te bestemmen gebieden gaat woningbouw, in geval van
concurrentie om grond, boven windmolens.” Welke acties onderneemt het
college om deze uitspraak van de Tweede Kamer zo snel mogelijk om te
zetten in resultaten? Is zij hierover in contact met (leden van) de Tweede
Kamer, dan wel het verantwoordelijke ministerie?