Tijdens de commissievergadering Samenleving op maandag 19 mei 2025 is het raadsvoorstel over vervoer en opvang van gevonden hulpbehoevende dieren besproken. Hoewel de VVD het belang van dierenwelzijn onderschrijft, is zij kritisch op de financiële uitwerking van het voorstel: de zorg voor dieren is belangrijk, maar geen blanco cheque. Het college wil met het voorstel invulling geven aan de Nota Dierenwelzijn die in 2022 werd vastgesteld. Zo moet duidelijk worden waar de gemeente wel en niet verantwoordelijk is. De kern: de gemeente betaalt voor het vervoer van gevonden hulpbehoevende dieren, de opvang van dieren met een vermoedelijke eigenaar (maximaal 14 dagen), en het weghalen van dode dieren uit de openbare ruimte. Voor wilde dieren levert de gemeente alleen een financiële bijdrage aan opvangorganisaties.
Het voorstel gaat gepaard met een structurele lastenverzwaring van €45.000,-: €30.000,- voor de dierenambulance en €15.000,- voor organisaties die wilde dieren opvangen. Deze verhoging moet worden gedekt uit het begrotingssaldo, aangezien er in de Programmabegroting 2025 geen ruimte is voor deze kosten. De Zoetermeerse VVD erkent dat er een verantwoordelijkheid ligt voor hulp aan dieren, zeker wanneer menselijke activiteiten schade veroorzaken. ‘Wij hebben als mensen en als maatschappij een verantwoordelijkheid voor de schade die we aan wilde dieren toebrengen’, aldus VVD-commissielid Ruud van den Beukel: ‘Daar zit in dit voorstel dus ook niet de uitdaging’.
Wat de VVD wél problematisch vindt, is de timing en financiering van het voorstel. Van den Beukel: ‘Het toevoegen van structurele kosten, terwijl we nu al weten dat er een financieel ravijn op ons afkomt en we waarschijnlijk volgend jaar moeten gaan bezuinigen, dat wringt met elkaar’. De VVD stelt voor om niet direct structurele middelen toe te voegen, maar eerst te kijken naar bestaande budgetten. ‘In 2023 en 2024 hebben we ieder jaar €10.000,- uit bestaande middelen bijgedragen aan de opvang van wilde dieren. Dan moet het mogelijk zijn om nu ook binnen die kaders te blijven’, betoogde Van den Beukel.
Ook de hoogte van het bedrag roept bij de VVD vragen op. ‘Leiden betaalt €0,27 per inwoner aan de dierenambulance, omgerekend €35.000,-. Wij betalen nu al €0,98, en met dit voorstel stijgt dat naar €1,32 per inwoner. Dat verschil vraagt om reflectie’. aldus Van den Beukel. De VVD pleit dan ook voor een soberder voorstel dat gericht is op de wettelijke minimale verplichtingen, aangevuld met incidentele middelen wanneer echt nodig. ‘Zo houden we grip op de financiën en maken we verantwoorde keuzes in een tijd waarin elke euro telt’, aldus de fractie.
In de tweede termijn wees Van den Beukel op het grotere plaatje van gemeentelijke uitgaven: ‘Misschien nog belangrijker dan de getallen is de reflectie: wat vinden we straks zieliger — dieren of kinderen in de jeugdzorg? Die discussies gaan we nog voeren, en daarom moeten we nu niet automatisch akkoord gaan met elke structurele uitgave’.
Hoewel het voorstel als hamerstuk doorgaat naar de raadsvergadering van 2 juni, blijft de VVD zich inzetten voor een verstandig financieel beleid waarin wettelijke verplichtingen worden nagekomen, maar zonder dat de deur wijd open wordt gezet voor extra structurele lasten. Dierenwelzijn is belangrijk, maar moet hand in hand gaan met financiële verantwoordelijkheid.
